0471/39 43 55

Wanneer je een hond in huis hebt, die je zijn heel leven lang, constant met twee dingen rekening te houden:
1. Een hond is een roedeldier, leeft dus in een roedel en daar heerst een bepaalde rangorde.
2. Alles wat een hond doet, doet ie met een bedoeling van: "Het moet mij iets opbrengen".

Belonen, corrigeren of straffen?

Wanneer beloon je een hond, wanneer corrigeer je een hond en wanneer straf je een hond? Dit is een vraag die bij vele hondenbaasjes door het hoofd spookt.

Eigenlijk zou je bij de opvoeding van je hond moeten uitgaan van twee stellingen: belonen of niet belonen. Belonen wanneer de hond gewenst gedrag vertoont en niet belonen wanneer de hond ongewenst gedrag vertoont. Met andere woorden het ongewenste gedrag negeren.

Ongewenst gedrag negeren is soms gemakkelijker gezegd dan gedaan. Bijvoorbeeld wanneer de hond uithaalt naar een andere hond en er dreigt een gevecht te ontstaan. Dit kan je niet zomaar negeren, hier dien je als hondeneigenaar in te grijpen om schade te voorkomen.

Laat ons nu eens het belonen, het corrigeren en het straffen van een hond afzonderlijk bekijken en ook eens nagaan waar het fout loopt en waarom vooral het corrigeren en het straffen soms niet werkt of erger, een tegenover gesteld effect heeft.

Het belonen

Het belonen van je hond heeft tot doel je hond te prijzen voor de gewenste handeling die hij zonet heeft uitgevoerd. De hond gaat hierdoor dit gedrag geleidelijk aan beter en sneller uitvoeren omdat hij weet dat er hem dan iets aangenaams wacht. Het geeft hem een goed gevoel.

Zeer belangrijk bij het belonen is de timing. Een beloning mag niet langer dan 3 seconden op zich laten wachten anders gaat de hond het niet meer zien als een beloning maar als het zomaar krijgen van een koekje, een aai, een “flink zo”. Het hoeft dus niet altijd een koekje te zijn. Een complimentje is ook een beloning.

De hond moet zijn gekregen beloning ook echt zien als een beloning. Ga hem dus bijvoorbeeld geen snoepje geven dat hij niet lekker vindt.
Waar je heel zeker moet voor oppassen is dat je de hond niet gaat “overbelonen”. Hiermee wil ik zeggen; je kan een hond zo veel (te veel) koekjes geven dat hij alleen nog iets zal willen doen voor jou op voorwaarde dat er een koekje aan vast hangt.

Op die manier maak je dan eigenlijk van je hond een junkie, afhankelijk van koekjes. Hij zal dan niets meer voor jou willen doen maar alles voor het koekje. Dit komt de relatie tussen jou en je hond niet ten goede.

een hond belonen, corrigeren of straffen

Het corrigeren

corrigeren hond

De correctie heeft als doel het ongewenste gedrag van je hond te stoppen of om te zetten naar gewenst gedrag.
Net zoals bij het belonen is hier de timing van cruciaal belang. Wanneer een correctie te laat komt, verliest ze totaal haar waarde of gaat de hond ze zien als een straf (die hij toch niet begrijpt en dus geen effect heeft). Heel belangrijk hierbij is dat de correctie gebeurt bij het begin van het ongewenste gedrag en dus niet wanneer het gedrag al een tijdje aan de gang is.
Bijvoorbeeld: de hond heeft de kwalijke gewoonte om de vuilbak leeg te halen. Het heeft geen zin hem te corrigeren wanneer hij al volop met zijn snuit in de afvalbak zit die hij zojuist heeft omgekieperd. Het kwaad is al geschied. Wel is het zinvol hem te corrigeren wanneer hij aanstalten maakt zich naar de afvalbak te begeven om die leeg te halen.

Voor een hond is het immers heel normaal dat hij de afvalbak leegmaakt want hij is op zoek naar voedsel, iets wat hoort bij het hondenleven. Wat hij wel kan leren uit een juiste correctie is dat hij moet begrijpen dat de afvalbak van jou is en dat hij dat moet leren respecteren en zo van jou spullen moet afblijven. Hij mag er alleen aankomen als jij hem de toestemming daarvoor geeft.

Een correctie moet zodanig overkomen bij de hond dat hij ze ook daadwerkelijk ziet als een correctie en er iets uit leert zodat ongewenst gedrag stopt of overgaat naar gewenst gedrag. Een kordate “neen” of “foei” kan hier al veel wonderen doen.

Sla nooit je hond! Hij begrijpt dit niet en hij zou alleen maar bang van je kunnen worden. Roepen en tieren helpt ook niet want de hond kan harder blaffen dan jij.
Er zijn hulpmiddelen op de markt om je hond te corrigeren op een correcte, voor de hond begrijpbare (en vooral ook pijnloze) manier zoals bijvoorbeeld de Fisher-discs.
Slipkettingen, prikbanden, e-collars enz. daar hou ik niet zo van omdat ze de hond een pijnprikkel geven wat voor een averechts effect kan zorgen en niet hondvriendelijk is. Je wil tenslotte toch het beste voor je trouwe vriend.

Ga maar eens na hoe honden of wolven elkaar corrigeren in de vrije natuur. Daar wordt niet geslagen of met slipkettingen en dergelijke gewerkt. Een moeder corrigeert haar puppy’s door ze eens een duw met de snuit te geven. Eigenlijk komen correcties in de vrije natuur heel weinig voor omdat wolven of hondachtigen vooral werken met kalmerende signalen en het daardoor zo ver niet hoeft te komen dat er moet gecorrigeerd worden. Probeer dus eerst met je eigen hond eens kalmerende signalen toe te passen, dan is een correctie misschien zelfs niet nodig.

De straf

Eigenlijk bestaat er voor je hond maar één straf die hij begrijpt. Uitsluiting uit de roedel.
Dit is meteen dan ook een zeer zware straf voor je hond.
De hond is namelijk een roedeldier. Deel uit maken van een roedel is in de ogen van je hond echt van levensbelang. Niets is heiliger dan zijn roedel. Hij gaat jou en je gezin niet zien als zijn mensen, baasjes of andere honden, maar hij gaat jou en je gezin zien als leden van de roedel waartoe ook hij behoort. Een roedel met aan het hoofd een roedel(bege)leider (liefst niet de hond zelf) of beter nog de verzorger die zorgt voor voedsel, onderdak, bescherming, affectie, …

Wanneer de hond uitgesloten wordt uit zijn roedel is dit dus voor hem een zeer zware straf die hard aankomt. Kijk maar eens naar een wolf die uit zijn roedel verdreven wordt. Het is alsof de wereld voor hem vergaat.

De timing van het geven van een straf is ook hier weer van zeer groot belang. Ga een hond niet straffen voor iets wat hij uren geleden heeft uitgespookt. Hij zal de straf helemaal niet begrijpen. Straf onmiddellijk en vooral; bewaar zelf je kalmte. Een hond leert veel meer van een verzorger die kalm en zelfverzekerd is, dan van iemand die kwaad, gefrustreerd of bang is.

Straf ook enkel wanneer een correctie niet meer helpt. Probeer in eerste instantie het ongewenste gedrag te stoppen met een correctie.
Indien je je hond wil straffen door hem uit te sluiten uit de roedel ga je als volgt te werk:

Zet de hond ergens in afzondering waar uiteraard geen voedsel te vinden is en waar hij zich niet kan amuseren met speelgoedjes en dergelijke. Zorg er voor dat hij zich niet kan kwetsen of niet kan ontsnappen. Sluit hem niet op in zijn bench. Dit moet zijn lievelingsplekje blijven, niet zijn gevangenis.

Heel belangrijk: de afzondering mag niet langer dan 2 minuten duren anders raakt hij in paniek en zou hij wel eens verlatingsangst kunnen ontwikkelen.
Haal hem na die 2 minuten terug naar de roedel en heet hem echt van harte welkom door met hem te spelen of complimentjes te geven. Hij zal zich onmiddellijk terug goed voelen in zijn roedel en in jou een waardige verzorger gaan zien waar hij zich goed bij voelt.

Hoe je hond straffen?

Let op! Wat te doen bij onweer of vuurwerk?

wat te doen wanneer een hond bang is bij onweer

Wanneer je hond bang is, bijvoorbeeld tijdens een onweer of bij vuurwerk, mag je hem niet belonen, corrigeren of straffen.
Een bange hond die overladen wordt met koekjes (dikwijls bedoeld om hem te troosten), gaat dit zien als een beloning voor zijn bang-zijn. De hond gaat er dus van uit dat het goed is dat hij bang is omdat hij hiervoor, in zijn ogen, beloond wordt. Het gevolg is dat hij daardoor steeds banger en banger gaat worden.

De hond corrigeren of straffen omdat hij bang is gaat zijn angst alleen maar groter maken. Hij gaat er van uit dat jij, de verzorger, er op dat moment bent voor hem om hem te beschermen en niet om hem nog banger te maken en al zeker niet uit te sluiten uit zijn (beschermende) roedel.

Wat kan je dan wel doen? Er gewoon zijn voor je hond zonder hem te belonen voor zijn angst of hem te betuttelen. Een goed hulpmiddeltje is zijn bench waar hij zich kan in terugtrekken wanneer hij bang is. Dit is voor hem dan een soort van veilig toevluchtsoord. Je kan een dekentje over de bench hangen zodat ze nog knusser wordt. Het dekentje zal trouwens het geluid nog een beetje dempen.

Communicatie met je hond

De naam van je hond

De naam van je hond

Gebruik alleen de naam van de hond als je zijn aandacht wil trekken of als je de hond wil belonen.
Zowat iedereen maakt de fout wanneer de hond zich misdraagt om te roepen “Max, FOEI !!” of “Max, NEEN !!”.
Door zijn naam te roepen wanneer hij iets fout doet, gaat hij zijn naam associëren met de correctie die hij op dat moment krijgt. Zo gaat de hond na een tijdje zijn naam zien als een correctie op zich.

Het gevaar bestaat dan wanneer je de aandacht vraagt van de hond door eerst zijn naam te zeggen alvorens een commando te geven, hij zich weer (ten onrechte) gecorrigeerd voelt en het commando weigert uit te voeren. Bijvoorbeeld; “Max, zit”. Max weigert nu echter te gaan zitten omdat door de correctie “Max” het hem eigenlijk verboden is om gaan te zitten.

Hoe kunnen we hem dan wel terecht wijzen? Door bijvoorbeeld “Hé” te roepen of eens in de handen te klappen ZONDER zijn naam te zeggen.

Je gebruikt dus zijn naam om aandacht te trekken voor het uitvoeren van een commando; “Max, zit”, Max, “Kom hier”.
Je mag ook heel zeker zijn naam zeggen om hem te belonen; “Flinke Max”, “Max, goed zo”. Hierdoor wordt zijn naam eigenlijk al een beloning op zich en zal de hond extra goed gaan opletten bij het horen van zijn naam.

Het grootste gevaar op lange termijn bij het verkeerd gebruiken van de naam bestaat erin dat de hond in de war geraakt, (moet ik nu het commando uitvoeren of niet?). Hij zal hierdoor onzeker worden. Een onzekere hond is gedoemd om een angstige hond te worden. In het begin bang om een commando uit te voeren, dan bang van het baasje (door het voortdurend krijgen van correcties) en uiteindelijk bang van alles en iedereen.

De volgende stap is dan dat de hond een angstbijter gaat worden. Een bange hond heeft twee mogelijkheden om in zijn ogen zijn hachje te redden. Lopen gaan of bijten (Flight or fight). Heel vaak en onterecht krijgen zulke honden dan de stempel van agressief, onhandelbaar, gevaarlijk en eindigen ze vaak bij de dierenarts om ze te laten inslapen terwijl het in heel veel gevallen een lieve hond was waarbij de juiste aanpak dit allemaal had kunnen voorkomen worden.

We praten te veel

We praten te veel

Honden communiceren onderling vooral met lichaamstaal en heel weinig verbaal op een grom en een blaf na. Wij, mensen daarentegen, praten vooral en gebruiken minder lichaamstaal. Door dit verschil in communicatie durft het al eens fout lopen tussen hond en mens omdat we mekaar niet juist begrepen hebben. De hond begrijpt niet wat wij bedoelen en wordt onzeker en wij raken gefrustreerd en worden boos op de hond.

Wanneer wij bijvoorbeeld zeggen tegen onze Max; “Max, kom hier vriendje. Het is mooi weer. We gaan een wandeling maken.

Kom, dat ik je leiband aandoe. Vooruit, kom nu hier!!” Eigenlijk hebben we dan tegen onze hond gezegd: “Max, bla bla bla, bla bla bla bla, bla bla, bla bla bla!!”
Hij begrijpt er ocharme niets van en krijgt dan ook nog eens op zijn donder omdat hij schijnbaar niet wil luisteren naar zijn baasje. Gevolg; hij wordt nog onzekerder.

Het is beter een commando één maal kort te geven en er eventueel nog een handgebaar bij te maken.
“Max, kom.” En je maakt een wijzend gebaar naar je voet. Dit zal hij veel beter begrijpen en hij zal het commando veel vlugger uitvoeren. De onderlinge frustratie en het onbegrip zal zo achterwege blijven. Als hij tot bij je gekomen is zal hij ook veel meer hebben aan een koekje of een aai dan aan een hoop woorden. “Goed zo, flink zo, dat heb je goed gedaan, nu is baasje fier op jou, en bla bla bla.”

Probeer eens een ganse dag niets te zeggen tegen je hond en alleen maar met gebaren en lichaamstaal te communiceren. Hij zal je veel beter begrijpen.

Nog een tip: Roep geen commando naar je hond als hij volop aan het snuffelen is. Een hond die enthousiast zijn neus aan het gebruiken is, sluit de rest van zijn zintuigen af. Hij hoort je dus letterlijk niet als hem roept.

Kalmerende signalen

kalmerende signalen

Ik communiceer veel met mijn eigen honden door middel van kalmerende signalen. Dit is een taal die honden zeer goed begrijpen omdat ze zelf ook zo communiceren.
Enkele voorbeelden van kalmerende signalen zijn:
- Geeuwen
- Tongelen (met de tong over de lippen likken)
- Wegkijken
- Overdreven knipperen met de ogen

- In een boog om iets heen gaan
- Zijdelings benaderen
- Overspronggedrag
- Bevriezen
- Aan de grond snuffelen
- Trager gaan bewegen
- De spelboog maken (“ik wil spelen, ik wil geen ruzie”)
- Gaan zitten of gaan liggen
- Buik tonen (op rug liggen)
- Splitten
- Voorste poot opheffen

Wanneer één van mijn honden bijvoorbeeld komt bedelen voor eten aan tafel, geeuw ik een keer stevig door en draai mijn hoofd naar de andere kant. Hij heeft dit onmiddellijk begrepen en vertrekt terug van tafel. Dit heeft op de hond veel meer effect dan zeggen ; “Niet bedelen aan tafel, kom naar je mand.”

Je zou kalmerende signalen ook kunnen gebruiken wanneer je bij mensen op visite komt waar een al te opdringerige hond zit.
Bijvoorbeeld je belt aan bij vrienden. De hond komt al blaffend naar de voordeur. De deur gaat open en de hond eist als eerste al de aandacht op met het nodige geblaf. Stel je zijdelings op, kijk niet naar de hond, maak trage bewegingen en geeuw desnoods eens flink door. Je zal zien; de hond gaat zich ineens al rustiger gedragen.

Kennismaking met een hond

Kennismaking met een hond

Wanneer je een hond ontmoet bij vrienden thuis of op straat, eender waar, zijn er een paar basisregels waar je je best aan houdt om de begroeting zo rustig en zo respectvol mogelijk te laten verlopen.

- Benader de hond zijdelings: Zo geef je al dadelijk een kalmerend signaal en toon je aan de hond dat je geen kwade bedoelingen hebt. Je toont dat je hem respecteert en hij zal jou ook respecteren. De kans dat hij tegen je op gaat springen wordt ook kleiner.

- Maak geen oogcontact: Wanneer je een hond rechtstreeks in de ogen kijkt, wil je hiermee eigenlijk zeggen: ”Ik daag je uit, ik wil ruzie, ik wil een gevecht.” Wegkijken is ook weer een kalmerend signaal.

- Zeg niets tegen de hond: De hond begrijpt onze taal toch niet en hij zal alleen maar meer opgewonden of onzekerder geraken.

- Raak de hond niet aan: Veel honden vinden het niet leuk om aangeraakt te worden. Honden onderling aaien elkaar toch ook niet. Iemand die een hond wil aaien, buigt dan ook nog eens voorover, over de hond, wat voor de hond als bedreigend overkomt. Een erg bange hond zou wel eens kunnen uithalen en bijten net omdat dit zo beangstigend voor hem is. Kijk maar eens naar een jonge puppy hoe die weg duikt wanneer je hem wil aanraken.

- Laat de hond rustig snuffelen: Door de hond te laten snuffelen, geef je hem de kans om jou beter te leren kennen en op een vriendelijke, voor de hond een beleefde manier te laten kennismaken.

- Opspringen: Wanneer een hond toch nog wil opspringen keer hem dan, letterlijk, de rug toe. Dit is een manier van de hond om aandacht te vragen, om jou op te eisen. Zeg niets tegen hem, maak je niet kwaad. Negatieve aandacht is ook aandacht en de hond heeft zo zijn zin toch gekregen. Duw hem ook niet van jou af want dan maak je er een spelletje van dat hij maar al te graag meespeelt en waar geen einde aan komt. Negeer hem gewoon.

- De hond heeft jou leren kennen EN is nu kalm: Nu is het moment gekomen dat je de hond mag aaien. Hou er wel rekening mee dat een hond niet overal even graag aangeraakt wordt. Blijf van zijn hoofd, poten en staart. Dit heeft hij echt niet graag. En dan te weten dat de overgrote meerderheid van de mensen een hond maar al te graag over zijn kop wil aaien. Wat hij wel graag heeft, is aaien over zijn rug en langs de flanken.

Nog een laatste tip: Laat de hond naar jou toe komen en stap niet zelf naar de hond. Wil hij geen kennis maken, respecteer dit dan en laat hem gerust.

Blaffen

Blaffende honden en wat er aan te doen

De ene blaf is de andere niet. Waarom blaffen honden? Blaffen is de vocale uitdrukking van emotie en vertelt de andere roedelleden wat er aan de hand is. Er zijn dus verschillende soorten blaffen die allemaal een andere betekenis hebben.

- Aandachtvragende blaf: “WAF WAF WAF pauze WAF WAF pauze WAF WAF WAF …” Eigenlijk vraagt de hond hier aan zijn baasje om eens te komen kijken naar iets. Iemand aan de deur, een andere hond die blaft, … de hond vraagt dus aandacht voor iets.

- Alarmerende of verdedigende blaf: 1 scherpe hoge blaf of een grom gevolgd door een blaf; “GRRRRRRRWAF” de hond wil hier zeggen: “Stop en niet verder”.

- Opgewonden blaffen: Dit is een ononderbroken blaf met een hoge toon. “WEF WEF WEF WEF WEF WEF WEF …” De hond is erg opgewonden. Bijvoorbeeld wanneer het baasje terug thuis komt.

- Angst blaffen: Een blaf met een hoge, hysterische toon vaak eindigend met een huil. Probeer als baasje in alle geval te achterhalen waarom je hond zo angstig is.

- Frustratie blaffen: Het geluid van deze blaf is een trage, zware, monotone blaf. WOEF, WOEF, WOEF, WOEF, … Deze blaf gaat eindeloos door op dezelfde monotone manier. Dit geeft aan dat de hond in een zich voor hem uitzichtloze situatie zit bijvoorbeeld in een veel te kleine kennel of vastgebonden aan een ketting in de tuin. Deze hond verveeld zich steendood.

Kwispelen

Kwispelen

De ene kwispel is de andere niet. Waarom kwispelen honden? Kwispelen is de visuele uitdrukking van emotie en vertelt de andere roedelleden hoe de hond zich voelt. Er zijn verschillende soorten kwispels die allemaal een andere betekenis hebben.

- Alleen het uiterste puntje van de staart beweegt een beetje heen en weer: opgelet, ik ben niet zo goed gezind. Ik zou je wel eens kunnen bijten. Dit gaat ook vaak samen met een lage, bedreigende houding van de hond. De oren staan naar voor.

- Zwak kwispelen: Een aarzelend onderworpen gebaar. De hond zoekt voorzichtig toenadering. Hier ook weer vaak een lage houding maar de oren liggen plat naar achteren.

- Breeduit kwispelen zonder het lichaam mee te bewegen: Laten we vriendjes zijn. Ik wil met je spelen. Vaak in combinatie met de spelboog.

- Breeduit kwispelen waarbij het lichaam ook mee beweegt: Jij bent mijn absolute nummer één. Jij bent mijn roedelleider. Ik volg je overal.

- Langzaam kwispelen met een laag gedragen staart: Ik ben een beetje in de war. Ik begrijp het niet helemaal.

- Langzaam kwispelen met een hoog gedragen staart: Ik voel me behoorlijk dominant. Het zal hier moeten gebeuren zoals ik het wil. Meestal ook met het hoofd geheven.